“Legale hennep staan wij niet toe”
In de envelop zit een kopie van mijn (online opvraagbare) licentie, een kennisgeving voor de lokale politie, wat kweektips, een bordje dat ik bij mijn perceel moet plaatsen en natuurlijk honderd hennepzaden. Ik gris de kennisgeving voor de politie mee en spring direct op mijn fiets.
Het politiekantoor in Hilversum is niet ver van mijn huis. Met een vriendelijke glimlach loop ik richting de baliemedewerkster. “Goedendag mevrouw, ik kom aankondigen dat ik legaal cannabis in mijn tuin ga kweken. Hier heeft u een schriftelijke aankondiging en een kopie van mijn licentie.” De vrouw aan de balie is toevallig ook ‘mijn’ wijkagent. Ze kijkt me onbegrijpend aan. “Euhm.. ja. Haha. Wat moet ik daar nou mee? Kan ik even een kopietje maken?”
Ze loopt met mijn papieren naar de naastgelegen ruimte. Enkele seconden later hoor ik het hele aanwezige korps bulderend lachen vanuit het kantoortje. Blijkbaar komt er niet elke dag iemand zoals ik langs. Zodra de wijkagent haar kopieën heeft gemaakt, komt ze terug aan de balie. Ze zegt dat ze niet zo goed weet wat ze met mijn papieren moet. “Kan ik je op een later moment terugbellen?” Vraagt ze daarom maar. Dat vind ik prima. Ik geef haar mijn ID-kaart, telefoonnummer en e-mailadres en pak de fiets weer richting huis.
Het duurt niet lang voordat mijn telefoon begint te rinkelen. Het is de wijkagent. “Ik heb zojuist met het hennepteam overlegd, en zij staan de legale kweek niet toe. We hebben eerder deze maand al een dergelijke casus gehad en daaruit volgde hetzelfde besluit. De Opiumwet is duidelijk: hennepteelt mag niet. Wij zullen daarop handhaven.”
Ik begin boos te worden. “Het hennepteam staat LEGALE hennep niet toe? Zijn jullie artikel 12 van het Opiumwetbesluit soms vergeten?” Bijt ik haar toe. Artikel 12 zegt duidelijk: “De verboden gelden niet voor hennep die kennelijk bestemd is voor de productie van vezel.” Het ras dat ik wil kweken is speciaal door de Europese Commissie geselecteerd, zodat het binnen die ontheffing valt. Maar de wijkagent wil haar juridische kennis niet met die van mij vergelijken. “Dan maakt u maar een afspraak met het hennepteam.”
Zoiets hoef je tegen een journalist niet twee keer te zeggen. Ik bel direct met 0900-8844 om een afspraak te maken. Nadat ik mijn verhaal heb gedaan zegt de dienstdoende telefonist zuchtend: “de politie Gooi- en Vechtstreek wil de Opiumwet tot op de letter navolgen. Ze erkennen het gedoogbeleid al jarenlang niet. Vroeger deed niemand moeilijk over een paar plantjes in de tuin.” Hij klinkt enthousiast over mijn voornemens en plant een afspraak voor de volgende dag in met Maayke Thijssen van het hennepteam.
Die ochtend ga ik zo vroeg als het kan naar het politiebureau. Maayke is nog een verdachte van (illegale) hennepkweek aan het verhoren, dus ik moet even wachten. Zodra ze aan de balie verschijnt, loop ik op haar af. Met een ferme handdruk stel ik me voor en ik overhandig al mijn papierwerk. Inmiddels heb ik een e-mailconversatie met het Ministerie van Veiligheid en Justitie bijgeleverd. Volgens het Ministerie kom ik ‘niet in de problemen’ door deze teelt.
Maayke lijkt onder de indruk van mijn vriendelijkheid. Ze neemt mijn papieren even mee naar haar kantoor om ze te bestuderen. In de tussentijd wacht ik in de ontvangstruimte. Na enkele minuten komt ze terug. Haar toon is beduidend anders dan die van de wijkagent. “Ik moet even goed uitzoeken hoe dit zit. Ik kan hier nu niet op reageren want ik wil geen dingen zeggen die niet kloppen. Maar het is belangrijk dat we hier antwoord op krijgen. Dan ontstaan er geen problemen met eventuele andere deelnemers van het CBD Project.”
Ik bedank haar voor haar tijd en ga weer terug naar huis. Laat Maayke het maar uitzoeken. Dan ziet ze vanzelf dat het Ministerie dit project toestaat en dat het hennepteam niet eens mag handhaven. Het lijkt slechts een kwestie van tijd voordat ze dat snapt.