Van vergroeide moestuin tot hennepperceel
Ik zit thuis te wachten op antwoord van de politie in Hilversum. Ondertussen kijk ik met een kritische blik naar mijn tuin. Op welke plek kan ik het beste mijn medicinale hennep laten groeien?
Ik woon in een prachtige -al zeg ik het zelf- monumentale pastorie in het centrum van Hilversum. Dat huis deel ik met negen andere bewoners. Ik ben de tuinman van onze woning. Mijn huisgenoten hebben niet echt groene vingers, om het zacht uit te drukken. Eigenlijk houden ze zich nooit bezig met welke plantjes ik in de grond steek. Als het er maar mooi uitziet. Maar toen ik hen vertelde over mijn hennepproject, reageerden ze allemaal enthousiast.
Mijn oog valt op een lelijke onkruidplek. Een oud-huisgenoot kreeg het houten moestuintje ooit voor haar verjaardag. Daarin stonden wat tomatenplanten, aardbeien, bieslook en sla. Sinds haar verjaardag heeft niemand er meer naar gekeken. Daardoor zagen gras en paardenbloemen hun kans de moestuin over te nemen. Dit is een van de meest zonnige plaatsen van onze tuin. De plek wordt omheind door een grote rodondendron, een meidoornboom en een struikje waarvan ik de naam niet weet. Ideaal voor mijn legale hennep.
Er is grof geschut nodig om van de onkruidplek een hennepperceel te maken. Maar het is een zonnige en warme dag. Het is geen straf om daar een middagje te beunhazen. Ik ruk de houten constructie van het moestuintje weg, daar kan ik op een later moment mijn vuurkorf mee voeden. Vervolgens haal ik alle planten en hun wortels uit het stukje grond. Ik zie dat een paar aardbeienplanten de verwaarlozing hebben overleefd. Die transplanteer ik naar de stenen bloembak bij het raam van mijn huisgenoot Willem.
Mijn handen zijn zwart en ik zweet me een ongeluk. Maar het resultaat mag er zijn. De onkruidplek is veranderd in zaaigrond met voedzame en luchtige bodem. Als geen ander ken ik de behoeften van cannabisplanten. Mijn hennepzaadjes zullen hier zonder problemen hun volwassen leeftijd bereiken. Tevreden hamer ik het bordje, met verwijzing naar mijn licentie, de grond in.
Ik kan niet lang van het vernieuwde uitzicht genieten. Rusteloos bedenk ik me dat ik mijn verhuurder, de particuliere woningcorporatie Dudok Wonen, op de hoogte moet stellen van mijn hennepperceel. Eigenlijk wilde ik wachten op antwoord van de politie. Maar waarom zou ik? Dit is legaal, veroorzaakt geen overlast én biedt maatschappelijke voordelen. De kosten van onze verzorgingsstaat zouden immers veel lager zijn, als mensen medicijnen in hun eigen tuin maken. Wie kan daar nou tegen zijn?